JOOP SCHAAP.
Joseph 'Joop' Rimbertus Schaap (Amsterdam 3 mei 1899 - Berlijn 30 juli 1943) was een Nederlandse communistische terrorist en verzetsstrijder.

Van 1921 tot 1928 was hij getrouwd met Anna Bieseman geboren 4 maart 1900, Amsterdam.

Schaap werkte eerst als spoorwegarbeider, later werd hij havenarbeider.[4] In 1924 werd hij lid van de Communistische Partij van Nederland (CPN). In 1929-1930 verbleef hij in de Sovjet-Unie op uitnodiging van de transportarbeidersorganisatie. In 1931 werd hij in Nederland bestuurslid van de Revolutionaire Vakverenigingsoppositie en werd hij secretaris van de Rotterdamse Internationale Zeemansclub, een functie van waaruit hij in contact kwam met door Ernst Wollweber geleide groepen. Schaap was in 1931 en van de drijvende krachten achter een langdurige staking in Rotterdam.
Schaap was in 1935-1936 gemeenteraadslid in Rotterdam voor de CPN.
In 1934 reisde hij weer naar de Sovjet-Unie, officieel om gezondheidsredenen maar waarschijnlijk om verder gevormd te worden.
Na zijn terugkeer naar Nederland werd hij gerecruteerd door Wollweber om sabotagegroepen op te zetten, hij werd de leider van deze groepen in Nederland en België. Schaap stond ook in contact met communisten uit Parijs (en ging hier ook bezoek). Hij rekruteerde in Antwerpen onder meer Alfons Fictels en hielp met Fictels en Karel Dieltjens brandbommen te maken die geplaatst zouden worden op het schip Boccaccio, een aanslag waarbij één dode viel.
Omdat hij te zeer de aandacht kreeg van de inlichtingendiensten werd hij nadien op de achtergrond geplaatst en nam Ernst Lambert de rol van West-Europees leider over.
In de herfst van 1939 verhuisde Schaap in opdracht van de Wollweber-organisatie via België naar Kopenhagen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij op 1 augustus 1940 gearresteerd door de Deense overheid die hem overdroeg aan de Duitse bezetter.
Schaap werd op 30 juli 1943 in de gevangenis van Plötzensee onthoofd met een handbijl.
Zou dit Jopie van Zweden kunnen zijn?
Josef „Joop” Schaap fährt als Koch und Steward zur See, dient neun Monate in der nieder­ländischen Kriegs­marine und übt als Hilfsarbeiter verschiedene Tätigkeiten aus. Seit frühester Jugend politisch aktiv, gehört er unter anderem einer kommunistischen Gewerk­schaft an, die nicht orga­nisierte Hafenarbeiter und Seeleute aller Nationen ver­eint. 1929 folgt er einer Einladung des sowjetischen Trans­portarbeiter­verbands und verbringt sechs Monate in der Sowjetunion.
Zwischen 1937 und 1939 ist Josef Schaap der Kopf der international agierenden Wollweber-Gruppe, die Sabotage und Anschläge auf deutsche, italienische und japanische Schiffe verübt.
Am 20. August 1940 wird er in Dänemark festgenommen und befindet sich seit dem 27. August 1942 in Unter­suchungshaft beim Kriminalgericht in Berlin-Moabit.
Der 1. Senat des „Volksgerichtshofs” verurteilt Josef Schaap am 2. April 1943 wegen „Vorbereitung zum Hoch­verrat” und „Feindbegünstigung” zum Tode.
Josef Schaap wird am 30. Juli 1943 im Strafgefängnis Berlin-Plötzensee ermordet.
https://www.gedenkstaette-ploetzensee.de/totenbuch/recherche
Source: gdw-berlin.de